BoekenBerend

Familiebedrijfsverhaal
Rinsma Mode

Verhalen van vijf generaties Rinsma's komen tot tot leven

We beschrijven vijf generaties Rinsma. De generaties Oene Sake (1888), Gerhardus (1930) en Oene Sake (1956) worden in romanvorm geschreven, tegen de achtergrond van de tijdgeest. De generaties Gerk Jan (1986) en Sake (2015) worden geschreven in biografische vorm. Hierin komt de ondernemer aan het woord en geeft vanuit zijn eigen perspectief een reflectie op het familiebedrijf, de kansen en de leerschool met als rode draad de bedrijfsoverdracht. Vooral dit laatste onderdeel maakt het interessant voor andere ondernemers en familiebedrijven om dit boek te lezen.

Doel en thema

Het centrale thema in het boek is bedrijfsopvolging. De rode draad in de verhalen is de bedrijfsovername door de volgende generatie. Hoofdpersoon in elk verhaal is Rinsma, de eigenaar/ondernemer wiens perspectief gevolgd wordt.

Familiebezit

Het familiebedrijfsverhaal verschijnt in twee uitvoeringen. Een koffietafelboek met het verhaal van de vijf generaties Rinsma en gepresenteerd met exclusieve fotografie en vormgeving. Dit koffietafelboek heeft een beperkte oplage, voor gebruik in de winkel, of als exclusief relatiegeschenk. Uiteraard is deze uitgave een uniek familiebezit.

Publieksroman

De publieksroman heeft een handzaam formaat, een aantrekkelijke cover en in het midden van het boek enkele foto’s. Het boek vertelt het verhaal van de vijf generaties Rinsma in romanvorm. Het zijn dezelfde verhalen als in het koffietafelboek, maar dan opgemaakt als roman en geschikt voor de verkoop.

Een tekstfragment

‘Moet ik echt sterven Hait?’, fluistert Sake Oenes (1894). Door zijn kurkdroge tong en kapotte lippen kan hij nauwelijks meer verstaanbaar praten. Met roodbetraande ogen, diep verzonken in zijn asgrauwe gezicht, kijkt hij zijn vader aan. De dokter is juist vertrokken, een potje pijnstillers achterlatend op het nachtkastje voor als het écht niet meer gaat. Het is een aflopende zaak, constateerde de dokter in weinig woorden na een laatste, kortstondig onderzoek. Eerder dagen dan weken. Het is een raadsel hoe een gezonde, sterke knaap in nauwelijks drie maanden tijd zo uitgemergeld raakt en kan aftakelen.

‘Ik weet het niet jongen’, antwoordt de man aan zijn bed met betraande ogen. ‘Gods wegen zijn ondoorgrondelijk’.

Moegestreden en futloos als een oude man na jarenlange zware arbeid ligt de kleermakerszoon op zijn zolderkamer in bed, zijn hoofd overeind tegen het kussen zodat hij nog net zicht heeft op de vaart voor het huis. Het water is zo glad als een spiegel, de laatste boot is al uren geleden door de sluis gevaren. Hij ziet hoe aan de overkant de lantaarnopsteker zijn ladder tegen de straatlantaarn zet, het deurtje van de lamp opent en een brandende lucifer bij het gaasje houdt. Enkele tellen later gloeit er een fel lichtje op dat aanzwelt tot een schijnsel dat de gevels van de huizen in dezelfde geeloranje gloed zet als de kleur van de ruitjes in de lamp. De man sluit het deurtje en stapt langs zijn ladder naar beneden de straat op. Hij zwaait de ladder over zijn schouder en loopt naar de volgende lantaarn en herhaalt de procedure, net zolang tot het hele dorp verlicht is.

Sake Oenes ogen dwalen af, langs het vlammetje van het kaarsje op het tafeltje voor het raam dat door een zuchtje wind door een kier in het raamkozijn speels flikkert. Aan de muur hangt een prentje van de Tjerk Hiddes, het mooiste beurtschip dat hij kent. Als hij weer beter is wil hij ook op Rotterdam varen, de haven waar schepen komen met goederen uit de hele wereld waarvan hij de fijnste en mooiste zaken zal meenemen naar Fryslân.

Zijn broodmagere armen heeft hij naast zich op de dekens liggen, ze voelen te slap om nog iets vast te houden. Naast zijn bed ziet hij zijn vader op een stoel die hem een kopje thee voorhoudt. ‘Toe maar, thee is goed voor je, mem heeft er wat honing in gedaan.’

Zijn vader spreekt rustig en probeert kalm te blijven om hem in dit stadium niet onnodig ongerust te maken over de hopeloze situatie, maar de trillende hand waarmee hij het kopje vasthoudt verraadt zijn angst voor het onvermijdelijke. Voorzichtig nipt de doodzieke kleermakerszoon aan de thee. ‘Je moet goed drinken zei de dokter, dat verzacht de pijn.’

Wie niet beter weet, denkt dat verhongering hem fataal is geworden en de oorzaak is van de longinfectie waardoor hij nu al weken hoest. Op een dinsdag, tijdens het avondeten, is de hoest zo hevig dat hij bloed opgeeft. Diezelfde avond gaat hij naar bed en komt er daarna alleen nog af om met hulp naar het toilet te gaan. In niets lijkt hij nog op de levenslustige jonge man van drie maanden geleden.

Uren later wordt de kleermaker wakker van het kraken van de slaapkamerdeur die opengaat. Hoelang hij naast het bed van zijn zoon heeft gezeten weet hij niet. Hij kijkt achterom en in de deuropening ziet hij zijn lieve vrouw Alida in haar nachtjapon en op blote voeten. Haar prachtige, lange zwarte haren hangen los over haar schouders. In het schijnsel van de kaars die ze draagt glinsteren tranen in haar ogen. Hun zoon ligt roerloos op bed.

‘Hoe is het?’, fluistert ze met trillende stem. De kleermaker pakt de hand van zijn zoon en huivert. Tranen schieten in zijn ogen.

Is een familiebedrijfsverhaal iets voor jou?

Bedrijfsjubileum

Je familiebedrijf viert een jubileum dat je wilt markeren met een unieke uitgave. Voor volgende generaties leg je het  familiebedrijfsverhaal vast.

Bedrijfsoverdracht

Je zoon of dochter, 3e of 4e generatie, neemt de leiding van jullie familiebedrijf over. Een familiebedrijfsverhaal markeert dit bijzondere moment.

Verkoop of beëindiging

Jij bent de laatste erfgenaam en verkoopt het familiebedrijf of besluit te stoppen. Je naam blijft voortbestaan met de uitgave van jullie unieke familiebedrijfsverhaal.

Wat lezers zeggen . . .